wandelaar aan zee


je keek uit over de zee 

zei iets wat ik niet verstond
de wind nam het met zich mee
als flessenpost naar de overkant
waar iemand anders het
vond
een wandelaar op een strand 
hij was er zielsgelukkig mee
maar jij niet: jij vond mij 

maar een slechte luisteraar 
en ik kuste je voor twee, want 
ik was die wandelaar aan zee